In 2009 en 2010 vonden er grootschalige opgravingen
plaats in de bouwput van de Markthal midden in het
centrum van Rotterdam. Het archeologisch onderzoek,
dat onder grote publieke belangstelling plaatsvond, is
de afgelopen twee jaar uitgewerkt. De vondsten zijn
schoongemaakt, geconserveerd en gedetermineerd en
de opgravingsdocumentatie (veldtekeningen, foto’s,
etc.) is bestudeerd. Nu wordt duidelijk welke schat aan
informatie de opgravingen hebben opgeleverd.
De resultaten van het onderzoek moeten worden vastgelegd
in een wetenschappelijke rapportage, volgens
de archeologische wet- en regelgeving. Over het archeologisch
onderzoek van de Markthal verschijnen twee
van zulke rapportages. De aangetroffen vondsten en
bodemstructuren (dijk, huizen, erven, putten, kuilen,
sloten, etc.) uit de periode vanaf het tweede kwart van
de 14e
eeuw worden beschreven in een rapport dat in
het voorjaar van 2013 verschijnt. De archeologische
relicten die toe te schrijven zijn aan Rotta (een nederzetting
die zo’n duizend jaar geleden aan de stad Rotterdam
voorafging) zijn kort geleden gepubliceerd. In
deze afl evering van BOORnieuws staat een samenvatting
van de inhoud van dit rapport.
Behalve een wetenschappelijke verslaglegging behoren
de resultaten van archeologisch onderzoek
natuurlijk ook kenbaar (en het liefst zichtbaar) te zijn
voor alle in de geschiedenis van Rotterdam geïnteresseerde
bewoners en bezoekers van de stad. Op dit
moment wordt onderzocht hoe we vorm kunnen geven
aan een blijvende kenbaarheid en zichtbaarheid van
de archeologie op de locatie Markthal. Hoe dan ook,
het bodemarchief ter plaatse is nu defi nitief verdwenen
en het verschenen rapport (samen met de door BOOR
beheerde opgravingdocumentatie en vondstmateriaal)
is nu de enige bron voor de archeologische geschiedenis
van de ondergrond van de Markthal. Deze extra
betekenis van het rapport is tevens de reden van het
verschijnen van de voorliggende BOORnieuws 17.